De vroegste Blommen (1) Philip Blom van Paderborn

Philip Blom van Paderborn
(1699-1775/1787).

Stamvader van het geslacht Blom (zolang we geen nader onderzoek in Duitsland doen), is Philip Blom, geboren rond 1699 in Duitsland in Paderborn, Noordrijn-Westfalen, in de buurt van Kassel.

Paderborn was een bij uitstek Katholieke stad. In 795 werd het als bisdom (voorloper van het huidige aartsbisdom) opgericht door Karel de Grote, maar de geschiedenis van de stad begon al in 777 toen Karel hier een kasteel oprichtte, waar de eerste Rijksdag en Synode plaatsvond, nadat de Christelijke Franken van Karel de ‘heidense’ Saksen – met grof geweld – hadden verslagen.

paderborndoc

Stadswapen van Paderborn als vignet van een krant uit 1800.

In 794 werd Paderborn na meerdere opstanden van de Saksen en de beslissende slag van Sintfeld onderdeel van het Frankische Rijk. Toen in 799 paus Leo III Rome ontvluchtte, verbleef hij drie maanden in Paderborn en ontmoette er Karel de Grote. Karel zorgde ervoor dat de paus in Rome werd hersteld en in ruil kroonde die Karel in 800 tot Heilig Romeins Keizer (zie afbeelding boven aan de pagina). Ook werd in 799 met de voorloper van de huidige Domkerk begonnen. In 836 werd Sint-Liborius de patroonheilige van Paderborn, nadat zijn botten vanuit Le Mans hierheen waren verplaatst. Vanaf 1247 kreeg de bisschop de titel van Fürstbisschof en was dus net zo goed een wereldlijk leider.

XVII century, Thirty Years War  battle

Scene uit de Dertigjarige Oorlog.

Tijdens de Reformatie omarmde de bevolking het nieuwe Protestantisme en zelfs de toenmalige prinsbisschop Hendrik IV boog mee, maar na zijn dood in 1585 werd de Contrareformatie krachtig doorgevoerd. De Protestantse burgemeester werd ter dood veroordeeld en de stad kwam weer onder macht van de prinsbisschop. In 1614 werd in Paderborn door de Jezuïeten een universiteit opgericht die tot aan zijn verdwijnen in 1818 de oudste in Westfalen was. Begin zeventiende eeuw kwam de stad tot bloei met het nieuwe, nog bestaande raadhuis en in 1618 kende Paderborn 300 bier brouwende burgers. Maar daarna leed de stad zwaar onder de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) en werd meerdere malen beschoten, ingenomen en geplunderd.

Trouwen. Gedoopt in de Posthoorn.

St. Michaels kloosterToen Philip Blom werd geboren, was het relatief rustig in Paderborn. De schade van de Dertigjarige Oorlog aan de stadsmuren was in 1651 hersteld. In 1658 was door de zusters Augustinessen het St. Michaels klooster (zie foto) opgericht met de oudste meisjesschool van Westfalen, het gymnasium St. Michael. Vanaf 1661 werd de Franciscanerkerk gebouwd, vanaf 1686 de Michaelskerk. Vanaf 1725 zou architect Franz Christoph Nagel diverse gebouwen in barokstijl in Paderborn optrekken.

Philip Blom was toen echter al geëmigreerd. Hij tekende namelijk zijn ondertrouw op 11 september 1727 met de eveneens Duitse Maria (ook Anna Marij) Jegerink / Jegering / Jegers, die volgens de Amsterdamse archieven van Boekhout kwam, wat we gerust als het huidige Bochholt kunnen interpreteren. Philip en Maria kregen drie kinderen: Maria (gedoopt 7 mei 1730), Hendrik (gedoopt 12 februari 1732) en Femmetje (gedoopt 7 maart 1734). Alle kinderen werden gedoopt in de Amsterdamse Posthoornkerk, toen een schuilkerk op Prinsengracht 7, niet te verwarren met de latere Posthoornkerk van P.J.H. Cuijpers aan de Haarlemmerstraat, gebouwd vanaf 1861 (het front werd pas in 1883-89 gebouwd). Cuijpers’ kerk verving juist de schuilkerk, die tot 1863 dienst deed.

schuilkerk De Posthoorn aan de Prinsengracht

Schuilkerk De Posthoorn aan de Prinsengracht

posthoornkerkNa de Alteratie van 1578 mochten niet-gereformeerden geen publieke godsdienstoefeningen meer houden, maar wat nog wel werd getolereerd waren Rooms-Katholieke diensten in woonhuizen en schuilkerken. De Posthoorn kwam voort uit het werk van de Augustijner pater Johannes van den Brande, die sinds 1623 kerkdiensten leidde in Amsterdam. Eerst werd gebruik gemaakt van een kerkruimte in ’t Friesche Wapen, op de hoek van de Korte Prinsengracht en de Haarlemmerstraat. Rond 1687 verhuisde de kerk naar De Posthoorn (zie tekening) op de Prinsengracht, de voormalige behuizing van de postkoets naar Haarlem. Vandaar de posthoorn die nog steeds in de gevel te zien is boven de oorspronkelijke toegang tot het schuilkerkje, het poortje van de Posthoorngang aan de Brouwersgracht tussen de nummers 81 en 89.

Na de scheiding van kerk en staat onder de Bataafse Republiek in 1796, maar nog meer door de Grondwet van 1848 en het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie van 1853 waren schuilkerken niet langer nodig en begon een hausse in de bouw van katholieke kerken, zoals de nieuwe Posthoornkerk aan de Haarlemmerstraat, in 1863 in gebruik genomen en vanaf dat moment de vervanger van de schuilkerk.

800px-Palmstraat_hoek_Palmdwarsstraat_foto_1

Palmstraat hoek Palmdwarsstraat in Amsterdam.

Hertrouwd. Met Marijtje Cappenberg.

450px-Palmstraat_52-klTot die tijd werden bijna alle kinderen van Philip en zijn nazaten in de Posthoorn schuilkerk gedoopt. Philips eerste vrouw stierf op 27 november 1742. Het gezin woonde toen in de Palmstraat 52 in de Jordaan, (zie foto) tussen de Dwarsstraat (Palmdwarsstraat) en de Baangracht (de Lijnbaansgracht). Philip had dat pand vermoedelijk in 1737 overgekocht van de erven van de commenijhouder (kruidenier) Hendrick Meijer of Maijer. Philip Blom was toen zelf ook kruidenier en heeft mogelijk de hele zaak zo overgenomen: een huis, een achterhuis met een vrije gang, leggende in de Palmstraat aan de Noordzijde tussen de Dwarsstraat en de Baangracht, een pand wat Meijer zelf in 1706 had gekocht.

Volgens de ondertrouwakte woonde Philip in 1743 in de Tuinstraat (ook in de Jordaan) en Maria in de Palmstraat, maar dat lijkt eerder andersom het geval te moeten zijn geweest. Philip liet er geen gras over groeien, want een jaar na het overlijden van zijn eerste vrouw, op 16 november 1743, hertrouwde hij met Maria Elizabeth (Marijtje) Cappenberg (vaak ook als Kappenberg geschreven), net als Philip en de andere Maria een Duitse, dit keer uit Stadlohn, ook in Westfalen, maar veel dichter naar Nederland, dicht bij Winterswijk.

kapelle

De Wallfahrtskapelle op de Hilgeberg bij Stadtlohn.

madonna stadtlohnDe naam Cappenberg verwijst naar een dorpje in Noordrijn-Westfalen, waarin tijdens de Middeleeuwen een klooster en kerk werd gebouwd. (foto links: De Madonna van Stadtlohn) Het klooster werd vanaf eind 17e eeuw in barokstijl verbouwd en werd na de secularisatie in de Napoleontische tijd een kasteel. Maria’s stad Stadtlohn daarentegen was een stadje dat in de Middeleeuwen gefloreerd had, maar begin zeventiende eeuw door een stadsbrand en de Dertigjarige Oorlog was geteisterd en ook gekrompen. Het was lang een pelgrimsoord. Toen Maria opgroeide, werd op de Hilgeberg bij Stadtlohn de Walfahrtskapelle gebouwd (1695 gebouwd, 1732 uitgebreid).

Getuigen bij het huwelijk van Philip en Maria waren Joost Blom en Aaltje Kappenberg, een zus of een moeder van Maria. Hoe het kon weet ik niet, maar op dezelfde dag als de ondertrouw werd ook aangifte gedaan van hun eerste kind, Aaltje. Misschien trouwden ze hem omdat het ‘moest’? Ofwel kloppen de genealogische databases niet ofwel stierven kinderen vroeg en werden namen gerecycled (wat gebruikelijk was), want op 29 juli 1745 werd een tweede Aaltje gedoopt. Daarna kwamen achtereenvolgens Maria Catharina (5 mei 1748), Maria Catharina II (7 april 1749), Anna (23 maart 1751), Christoffel (19 juli 1753), Gerrit (1 oktober 1755), Maria Catharina III (24 december 1757), Maria Elizabeth (15 mei 1760), Jan (14 september 1761), Joannes (22 december 1762), Wilhelmus (7 november 1765), en Philippus Antonius (28 mei 1767). Vermoedelijk hebben de twee eerste Maria Catharina’s en Jan het ook niet gered.

Binnen_Dommersstraat_hoek_Vinkenstraat_klMaria Kappenberg heeft t/m 1767 hard gewerkt met de bijna jaarlijkse zwangerschappen en baringen van liefst 13 kinderen. Eind 1762 verhuisde het gezin van de Palmstraat naar de Binnen Dommerstraat (zie foto). Zijn oude pand, toen bekend als een voorhuis met drie achterhuizen en erven, verkocht Philip in 1764 aan ene Jan Bronder. Blom moest daarbij het zgn. recht van overpad eerbiedigen. De gang was namelijk de enige toegang tot de achterhuizen. In 1775 verscheen Philip nog eens voor de Amsterdamse schepenen voor een zgn. transportakte, dit keer voor de verkoop van wat een ander deel van het huis en achterhuis van de Palmstraat geweest moet zijn.

In 1764 werd vermoedelijk het grootste perceel verkocht voor 3400 gulden, het restant 10 jaar later voor 2300, terwijl Philip voor vermoedelijk dezelfde panden in 1737 7300 gulden had betaald – en dus vermoedelijk een flink verlies leed.


Tekst en Foto’s Amsterdam: Ivo Blom. | Overige illustraties: Huub Koch / Google.


Lees ook: De vroegste Blommen (2) Van Franse tijd tot begin Negentiende eeuw.


8 gedachten over “De vroegste Blommen (1) Philip Blom van Paderborn

  1. Mooie foto’s, Huub, en toepasselijk. Een commenijhouder was inderdaad een kruidenier, dus haal het vraagteken daar maar weg.

    Like

  2. Heb je weer mooi gedaan, Huub. Wil je eigenlijk reacties via de blog of via de mail?

    Ciao,

    Ivo

    Like

  3. Meer dan geweldig. Wordt tijd voor een reünie

    Geliked door 1 persoon

    1. Komt eraan Willem, maar eerst even wat foto’s en een tekst mailen voor op je eigen Blom-pagina: https://familieblomamsterdam.wordpress.com/willem-blom/

      Like

  4. Echt fantastisch interessant.

    Like

  5. Uit volle borst “Ben ik van Duitsen bloed..”!

    Like

Plaats een reactie